Vormen van kinderarbeid

 

 

-     Textiel: kinderen hebben kleinere handen en kunnen dus secuurder werken. Denk aan Naaien, borduren, weven, klossen.
 -      Prostitutie: meisjes worden gedwongen in de prostitutie te we rken. Geslachtziekten, zoals Aids komen hierdoor vaker voor. Kinderen sterven al op jonge leeftijd, omdat er geen medicijnen zijn.
-     Industrie: veel kinderen werken in de tapijtindustrie. Ze moeten tapijten knopen. Ook in de leerindustrie en bij een zilversmid moeten ze het smerige werk doen.
-     Mijnbouw: in steengroeven moeten ze bijv. grote stenen kleiner hakken. Fysiek is het te zwaar werk, waardoor er bij de kinderen scheve groei ontstaat. Veel kinderen houden er een handicap aan over dat onmogelijk maakt om verder te werken.
 
 -      Landbouw: kinderen werken op plantages, om katoen te plukken. Ook op rijstvelden, maisvelden zie je vaak kinderen. Naast de lichamelijke belasting komen ze hierbij ook in aanraking met bestrijdingsmiddelen tegen insecten.
-      Dienstverlening: dit zie je vooral in de stad. De kinderen verkopen goederen, werken als krantenjongen, verkopen sigaretten of zitten de hele dag schoenen te poetsen.
-      Huishouding: dit zijn bijna altijd meisjes. Op 13-14 jarige leeftijd kunnen zij een heel gezin verzorgen. Ze moeten koken, schoonmaken, wassen en daarnaast ook de jongere kinderen verzorgen. Ze moeten vaak veel te vroeg op en gaan veel te laat naar bed. Vooral ook als er een ziek persoon leeft in dat huis.
-      Kindsoldaten: de kinderen moeten meedoen in gewapende gevechten. Ze moeten mijnen aanleggen, mijnen opsporen, spioneren, zware spullen dragen etc. Het is levensgevaarlijk. Duizenden kinderen raken gewond, verminkt of nog erger gaan dood.